Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want Hij [14]zegt tot de sneeuw: Wees op de aarde; en [tot] [15]den [16]plasregens des regens; dan is er de plasregen Zijner sterke regenen. 14. Gods zeggen is zijn doen. Zie Gen.1:3. 15. Te weten, gebiedt God dat hij op de aarde vallen zou. 16. Hebreeuws, de plasregens der regens zijner sterkte.